Leusden,
24
oktober
2018
|
09:59
Europe/Amsterdam

Cruciale schakel in de Pon auto-logistiek: de Losplaats

Pon importeert al ruim zeventig jaar auto’s. Met al onze merken zijn dat er vele tienduizenden per jaar, die per trein of per trailer naar Nederland komen en bij de Pon-campus in Leusden worden afgeleverd. Na te zijn ‘gelost’ worden ze daar opgeslagen - in feite geparkeerd - waarna ze worden vervoerd naar de dealers.

De geschiedenis van de Losplaats van Pon’s Automobielhandel in Leusden - in dit eerste deel zoomen we in op het ontstaan.

Op 8 augustus 1947 werd Pon’s Automobielhandel officieel importeur van Volkswagen. In oktober van datzelfde jaar werden al de eerste zes Kevers afgeleverd in Amersfoort - waar het bedrijf toen gevestigd was - en in november en december nog eens veertig stuks. De aantallen namen daarna snel toe en al gauw kwamen er alle werkdagen porties auto’s per trein naar Nederland. De hele Pon-organisatie was erop gericht deze dagelijkse lading auto’s te verwerken. Op dezelfde dag werd alles rond de bestelling afgehandeld, van de aankomst op het NS-emplacement in Amersfoort tot en met de aflevering - tegen contante betaling - aan de eigen klanten of de dealers. De gouden regel daarbij: wat ’s morgens binnenkwam, was ’s avonds weg.

Voorraad door groei

De dealerorganisatie groeide en de populariteit van de Kever nam toe, waardoor er steeds meer auto’s moesten worden verwerkt. In 1955 waren dat er al zo’n 10.000 per jaar en in de jaren 60 werden het er zó veel dat het niet meer lukte ze allemaal per dag direct naar de dealers of klanten te laten gaan. Voorraadvorming was dus niet meer tegen te gaan en er moesten weilanden in de omgeving worden gehuurd voor de opslag. En naarmate de welvaart in ons land toenam, groeide de verkoop bij Pon verder; steeds meer mensen konden zich de aanschaf van een auto veroorloven. Halverwege de jaren 60 werd duidelijk dat de vestiging in Amersfoort te klein was voor de explosieve groei en ook het werken met de verspreid liggende opslagterreinen werd steeds onhandiger. Onder leiding van Mijndert Pon, die inmiddels zijn vader Ben als directeur was opgevolgd, ging de onderneming daarom op zoek naar een nieuwe, ruime plek in de regio om zich te vestigen.

Opslag voor 5.000 auto’s

Die locatie werd gevonden op een aantal weilanden in Leusden, ideaal gelegen in het midden van het land en aan de voormalige spoorlijn Amersfoort-Kesteren. Er was niet alleen voldoende ruimte (55 hectare) voor een nieuw hoofdkantoor en andere bedrijfsonderdelen, maar ook voor een grote opslagplaats. Het bouwplan verliep in drie fasen. Om te beginnen werd in 1966 een geasfalteerd opslagterrein aangelegd en in gebruik genomen. Het besloeg 10 hectare en kon 5.000 auto’s herbergen. Vervolgens werd in 1971 het nieuwe hoofdkantoor betrokken en twee jaar later waren ook het trainingscentrum en het centrale magazijn operationeel.

Uitbreiding capaciteit

Het opslagterrein in Leusden voorzag de eerste jaren in de behoefte, maar toen begin jaren 70 de verkoop van Volkswagens terugliep - en de auto’s conform de contracten met de fabriek bleven komen - moest opnieuw uitgeweken worden. Dat gebeurde eerst naar het 5 hectare grote weiland van een buurman (later geasfalteerd), en vervolgens

ook naar verschillende locaties in het land. De Losplaats zelf werd in de jaren 70 en 80 vergroot tot 18 hectare en in 2005 was er nog een laatste uitbreiding: een bijgekocht stuk land werd geasfalteerd, waardoor de totale oppervlakte nu 20 hectare is (40 voetbalvelden), met een capaciteit van 7.000 auto’s.

In het tweede en derde deel van deze geschiedenis gaan we in op de werkzaamheden en activiteiten van de Leusdense Losplaats.